Gepubliceerd in het ND

Lettergrepen 635: De kleine pijn van het schenken

Ik mis de dingen die ik niet meer heb.
2 mei 2014 – Hans Werkman

Klassenfoto 1911 Uitsnede met rechts De Mérode en juf Muda

Uitsnede van klassenfoto 1911 (Gereformeerde school Uithuizermeeden), rechts Willem de Mérode en juf Muda.

Ik kruip in het gebouw van de Vrije Universiteit over de vloer van het Bilderdijkmuseum tussen boeken, handschriften en foto’s door. Langzaam vormen zich kleine stapeltjes, thema’s voor een literaire expositie waaraan ik werk. Als ik opkijk, zie ik hoe een dode Bilderdijk met bleek gezicht vanuit zijn schilderij mij met gesloten ogen aanmoedigt.Ik mag hier werken omdat de studiezaal van het Historisch Documentatiecentrum voor het Protestantisme (zeg maar het HDC) bezet is met een theologiecollege. Het komt mij goed uit. Hier kan ik de vloer op, en dat schept overzicht.

misgetast

Op de dozen waaruit ik mijn spullen haal staat mijn naam. Twee jaar geleden heb ik, in een bui van ‘verstand en gevoel op nul’, mijn Willem de Mérode-collectie aan het HDC geschonken. Ziezo, dat was geregeld. Hoe vaak daarna heb ik in mijn kast niet misgetast? Waar was toch de foto die ik even nodig had? Ach ja, weg. En had ik de rijmprent van ‘De pauw’ nu op een andere plek gehangen? O nee, hoorde bij de schenking.

Op 22 mei is het 75 jaar geleden dat de dichter De Mérode overleed en dus ga ik de grote en hoge Erfgoedvitrine van de VU inrichten met spullen rond De Mérode. Ik kruip dus over de zachte vloerbedekking van het Bilderdijkmuseum en selecteer uit de spullen van mezelf. Voel ik nog spijt? Jawel, ik ben dik veertig jaar met die dingen opgetrokken om erover te schrijven. Maar eens gegeven blijft gegeven.

bibliofiel bundeltje

Op het eerste stapeltje komt een zwart handschriftcahier van De Mérode. Het moet openliggen bij het gedicht dat hij opdroeg ‘Aan Geerten Gossaert’, zijn vroegste beïnvloeder. Gossaerts enige dichtbundel leg ik er ook bij, Experimenten uit 1911, gesigneerd door Gossaert als dichter en De Mérode als koper, een van de zestig uit de prachtige Zilverdistelreeks. Maar dit heb ik niet geschonken, dit gaat later weer mee naar huis. En hier hebben we zijn vroegste gedichten uit 1907 in een blauw schoolschriftje. Ik heb ze nog maar twee jaar geleden ontdekt en nu wordt er een bibliofiel bundeltje van gemaakt. Het schrift hoort hier, het is een deel van het persoonlijke archief van De Mérode, dat onlangs gelukkig óók aan het HDC is overgedragen.

Ai, wat jammer, ik had uit de VU-bibliotheek een roman van Wilma (Vermaat) opgevraagd, God’s gevangene uit 1923, de eerste christelijke roman over een homo, een boek dat op De Mérodes lijf geschreven lijkt te zijn (maar het zit toch wat anders). Waar is het zeldzame stofomslag? O, wordt me laconiek verteld, de VU-bibliotheek doet de omslagen weg, die zijn maar lastig. Lastig? Dat is een belediging voor omslagontwerpers. En voor antiquaren. De eerste druk van die roman van Wilma doet mét omslag algauw honderd euro, zonder omslag maar een paar tientjes.

een biecht

En hier hebben we hem, de rijmprent ‘De pauw’, een prachtig gedicht, een biecht, een kastijding, een overwinning. De Mérode heeft het in de hoek gesigneerd en er ‘Voor Bram’ bijgeschreven. Bram Corbijn van Willenswaard was een van zijn vrienden in Eerbeek. Ooit heb ik (vraag niet hoe) de hele De Mérode-collectie van Bram in eigendom gekregen. En ach, nu weer weggegeven. Kom, niet zeuren.

Ik wil ook het handschrift laten zien van het gedicht ‘De zaligen’, dat Simon Vestdijk zo mooi vond. Ik vind het terug in een van de mappen van Bram, van mij dus, nu van het HDC dus. En daar tref ik ook het rare briefje aan dat ik in de jaren zestig van Simon Vestdijk ontving. Ik had hem gevraagd naar zijn visie op De Mérode. Hij schreef me geïrriteerd in kriebelschrift terug dat hij mijn bijgesloten postzegel voor antwoord niet ongebruikt wilde laten en daarom dus dit briefje, maar nee, een visie op De Mérode had hij niet, en gegroet. Dit is te gek om niet in de vitrine te leggen, samen met zijn lovende recensie uit 1937.

album

De klassenfoto uit 1911 met De Mérode (meester Keuning) is nog altijd van mij. Ik kon er geen afstand van doen. Juffrouw Muda, oud-collega van hem, peuterde het in de jaren zestig voorzichtig los uit haar album en gaf het me mee. Sindsdien is het vaak uitvergroot en afgedrukt. Heb ik die foto nog wel nodig na de expositie? Eigenlijk niet. Bovendien ben ik 75. Goed dan. Ik noteer die foto niet op het lijstje van spullen die naar mij terug moeten. Even doorzetten, en dan mis ik straks niet meer de dingen die ik niet meer heb.

Info over expositie en congres rond De Mérode: hdc.vu.nl/merode


0 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

+ 26 = 28