Op moorsmagazine.com stelt Hans Schoen:

In de bundel van de Mérode “De steile tocht” uit 1930 staat een paar bladzijden voor het gedicht “Jan Mankes” een gedicht “Het Vogelnest” en ook een gedicht “Vaas met judaspenning met pauweveeren”. Als we weten dat Jan Mankes ook veel stillevens met judaspenning heeft gemaakt, dan is wel duidelijk dat Willem de Mérode tot de kenners en bewonderaars gerekend kan worden.

Ik denk dat hij gelijk heeft. Vergelijk ook het eerste gedicht ‘Jan Mankes’ (er zijn er twee) en dit gedicht.

Vaas met judaspenning en pauweveeren

Hij keek met innigheid naar ’t zuiver licht
Dat milder scheen waar het zacht ging verglijden
Over de witte penningen, de zijden
Ovalen, die zoo simpel en zoo slicht
In stillen deemoed stonden opgericht,
En met hun zilverigen glans verblijdden,
Als handen bleek door lang en heilig lijden,
En ’t lachen van een kinderaangezicht.

En rond hen wuifde breed, een welig heir,
De bonte trotschheid van de pauweveer
Met blauwgroen fonkelen en gouden pralen.
Zij wierpen hoog een schaduw van hun pracht
Over den nederigen blanken dracht:
Vroomheid moet lichten en wat schoon is stralen.

handtekening Willem de Mérode

Uit: De Steile Tocht (1924-1928), geschreven in september 1924

Categorieën: maandgedicht

0 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

95 − 87 =