Voor deze maand heb ik gekozen voor het gedicht De wijnstok. De druiven zijn gerijpt en geplukt; er kan wijn worden gemaakt.
Als u het gedicht lastig vindt, bedenk dan dat het de wijnstok zelf is die u hoort bidden.
De wijnstok
Aan uwen sterken muur gestut,
Voor allen guren tocht beschut, O God, laat dragen
In zuivre lucht,
Mij eedle vrucht,
Naar uw behagen. Gij, die de winden hebt geluwd,
Uw zoetheid in mijn vrucht gestuwd,
Warm gouden zeemen,
Zoodat de hand
Bevende brandt,
Om haar te nemen, Kom zelven tot uw rijpende aard,
De bonte en bleeke najaarsgaard,
Zij toeft uw stonde.
En laat mijn wijn
Geheven zijn
Ten uwen monde.
Uit: De overgave, geschreven op 29 november 1917.
Links
→ Dichtbundel De overgave
→ Gedicht De wijnstok gekoppeld aan ‘De dronkenschap van Noach”
0 reacties