De Mérode droeg het gedicht ‘De brief van den doode’ op aan de overleden J.K. van Eerbeek. De Mérode kreeg daadwerkelijk een brief van Van Eerbeek toegestuurd, maar dat gebeurde jaren na de dood van Van Eerbeek. Na zijn dood vond zijn zus die brief, die al enkele jaren oud was, in gesloten envelop en ze postte hem. Dus De Mérode ontving een brief van de dode.

De brief van den doode

J.K. van Eerbeek †

Soms vindt met in de straten van oud Rome
Een sarcophaag, een doodkist, waar de buis
Der waterleiding mondt als in een sluis,
En waar de kinderen stil drinken komen.

Zoo is het met je brief, dien ik ontvang,
Geschreven jaren her; lang na je sterven
Mag ik hem als verbeurden zegen erven
En weet, ik was iets voor je levensgang.

Of ’t goed geweest is, dat weet God alleen.
Wij kunnen niets dan dorstig nederzinken,
En zien het koele dronkre water blinken
En drinken leven uit den dooden steen.

Geschreven op 13 januari 1938, uit Verzamelde Gedichten, Nalezing X



Categorieën: maandgedicht

0 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

− 6 = 1