DE BRIEF

De ruiter had zich naar mij toegebogen En langde mij een brief van rijstpapier Ik heb mij voor uw ijlbode gebogen. Uw teekens lispelden: kom spoedig hier! Over het blad papier had gij de teeken - bloemen gestrooid met achtloos lief gebaar. Geurig en zoet omslingerden me uw teekens. 't Ritselend papier werd in mijn handen zwaar. Ik zeide tot den ongestuimen bode: Onder mijn kleedren murmelt aan mijn hart. Achteloos lief het fluistren van een bode, Een rijstpapier rust op mijn jagend hart.

Uit: Chineesche gedichten (1932).

Categorieën: maandgedicht

0 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

3 + 3 =