Met een knipoogje naar de 6 brieven geschonken door Hans Werkman aan archief Deventer, een briefwisseling tussen De Mérode en Rispens.

Brieven

Stamelwoorden van verrukking,
Die geen zin en geen verband meer kennen;
Flarden van gedachten, afgebroken
Als een nieuwer zoeter visioen zijn toover
Langs uw droomend aangezicht liet gaan.
Deze onnoozle kinderlijke woorden,
Heilig in hun ongeweten onschuld,
Deze golvingen van jeugdig hartbloed,
Dit zich naakt naar buiten wagen
In de goudgloed van de zon…

Uit: Verzamelde Gedichten, nalezing V (1922-1923), geschreven op in 1923

Categorieën: maandgedicht

0 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

28 + = 38