Een gedicht over een beeldhouwer die Apollo uithakt: een archaïsche kop die De Mérode waarschijnlijk in het Louvre heeft gezien. De afbeelding toont de eeuwenoude, moeilijk te dateren archaïsche kop van Apollo van Piombino (lood) uit het Louvre. Dit kunstwerk komt uit de periode tussen 5e en 1e eeuw v.Chr.
De Mérode hield wel van de krachtige, jonge lijven, zie ook Beeldhouwwerken favoriet bij De Mérode.
Apollon archaïque
Louvre
Het rood granietblok stond hoog opgericht
In ’t midden van de heete binnenplaats.
En in den steen, als in een droomgezicht,
Verscheen de jonge scherpte eens gelaats,
Dat onverbidlijk zich zijn blik toewendde.
Het gladde strakke lichaam scheen bereid
Den sprong te maken naar de manlijkheid
Die reeds een macht was in zijn smalle leden.Zoo stond hij vele lange heete stonden.
En vele glansen hebben zich verbonden
Tot glimlach die zijn heele lichaam droeg.Tot op een avond toen het bloed verstilde
De meester hem met welbewuste milde
En scherpe beitel uit het steenblok sloeg.”
Uit de bundel Spiegelbeelden (1937-1938), geschreven op 6 januari 1938.
0 reacties