OUDE DANS
Kalm verdeinen de motieven Van den statig stillen dans. Gracieus gaan de gelieven Door den klaren avondglans. Na 't adieu zweeft ieders ijver Naar een nieuw ontmoeten heen. Even, tusschen maan en vijver, Staan hun schaduwen alleen. Even ... en hun open zwijgen, Aan hun glimlach nauw verwant, Vloeit te zamen; vluchtig hijgen Warme lippen langs een hand. En als zij den dans ontstijgen, Staat hun wezen laai in brand.
Uit: Kaleidoscoop, Libellenserie 316/317.