MARTINITOREN
Rondom zijn voet een rosse schijn, Waardoor de regendruppels stoven En zwaar en traag daarboven Het zwart geheim Der stijging in de donkerten verloren Tot waar, een vuren knop, De lichte top Dreef op de hooge duisternis. - Ontzaglijk in zijn vreemde luister is Het wezen van den nachtelijken toren.
Uit: Nalezing V (1924)