KYRIË
De bloemen dringen om U samen: De rozen koninklijk en rein In roode zijde en wit satijn, Edel van stam en hoog van namen; In geur van meidoorn en seringen Der duizendschoonen stijve rij; En wereldsch in bruingouden pij De muurbloemen, de boetelingen. Ach Heer, in dit uitbundig leven Heerscht reeds een onbekend gevaar. Als zij hun zoetste geuren geven Waaien zij vlokkend uitelkaar Heer, houd Uw handen opgeheven, Ontvang dit arm verwelken maar.
Uit: De Lichtstreep (tussen 15-19 mei 1927).