DE PLUK
Een dag in ’t najaar zal het zijn
Van blauwe lucht en zonneschijn
‘k Rust aan den warmen heuvelrand
En overschouw het brandend land
En zie, hoe Gij U rekt en bukt
En vruchten in den bongerd plukt
Dan treedt Gij toe en toont mij ’t rood
Van appels in Uw blauwen schoot
Ze glanzen fel, ze knappen frisch
En tempren wat te gloeien is
Vanwaar die pracht? vraag ik vol schroom
Gij lacht: wel, van uw eigen boom.
Uit: Nalezing VII, 13 november 1926
De pluk is op muziek gezet
Ga naar composities van Sonja Beets » om dit gedicht op muziek te beluisteren en/of bladmuziek te bekijken. Zie ook Sonja Beets: composities op gedichten De Mérode.